legen

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • le·gen
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
legen
leegde
geleegd
zwak -d volledig

Werkwoord

legen

  1. overgankelijk van zijn vulling ontdoen
    • Heb je de afvalbak al geleegd? 

Gangbaarheid

  • Het woord legen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
97 %van de Nederlanders;
84 %van de Vlamingen.

Meer informatie


Noors

Uitspraak
  • Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
  • IPA: / ˈleːgən /
Woordafbreking
  • le·gen
Naar frequentie 1193

Zelfstandig naamwoord

legen

  1. nominatief bepaald mannelijk enkelvoud van lege
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.