legen
Nederlands
Woordafbreking
- le·gen
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
legen |
leegde |
geleegd |
zwak -d | volledig |
Werkwoord
legen
- overgankelijk van zijn vulling ontdoen
- Heb je de afvalbak al geleegd?
Gangbaarheid
- Het woord legen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'legen' herkend door:
97 % | van de Nederlanders; |
84 % | van de Vlamingen. |
Noors
Uitspraak
- Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
- IPA: / ˈleːgən /
Woordafbreking
- le·gen
Naar frequentie | 1193 |
---|
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.