leng
Nederlands
Zelfstandig naamwoord
leng m
- (voeding) (vissen) Molva molva
kabeljauwachtige zoutwatervis met kleine kop en zeer lang lichaam die vooral in de Noordzee en de Middellandse Zee voorkomt [1] [2] - o (scheepvaart) strop om zware voorwerpen op te hijsen [3] [4]
- o m bederf in graan of brood [5] [6]
Synoniemen
- [1] aalpuit, kwabaal, puitaal
Afgeleide begrippen
- lengsel ??
Vertalingen
1. kabeljauwachtige zoutwatervis
Werkwoord
vervoeging van |
---|
lengen |
leng
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van lengen
- Ik leng.
- gebiedende wijs van lengen
- Leng!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van lengen
- Leng je?
Gangbaarheid
- Het woord leng staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'leng' herkend door:
36 % | van de Nederlanders; |
39 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.