lebmaag

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • leb·maag
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord lebmaag lebmagen
verkleinwoord lebmaagje lebmaagjes

Zelfstandig naamwoord

lebmaag v/m

  1. (zoötomie) de vierde maag van een herkauwer, zoals een rund
    • Stremsel wordt gewonnen uit de lebmaag van een kalf. 
Verwante begrippen
  • pens, netmaag, boekmaag
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord lebmaag staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
61 %van de Nederlanders;
64 %van de Vlamingen.

Meer informatie

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.