lastig

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  lastig    (hulp, bestand)
  • IPA: /lɑstəx/
Woordafbreking
  • las·tig
Woordherkomst en -opbouw
  • Afgeleid van last met het achtervoegsel -ig
stellendvergrotendovertreffend
onverbogen lastiglastigerlastigst
verbogen lastigelastigerelastigste
partitief lastigslastigers-

Bijvoeglijk naamwoord

lastig

  1. moeilijheden veroorzakend of opwerpend
    • Hij is het lastigste kind van de klas. 
    • Dat is een lastiger probleem dan het vorige. 
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Bijwoord

lastig

  1. met moeite, op lastige wijze
  2. bijwoordelijk deel van een scheidbaar werkwoord

Gangbaarheid

  • Het woord lastig staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.