laboratorium
Nederlands
Woordafbreking
- la·bo·ra·to·ri·um
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het me Latijn, in de betekenis van ‘werkvertrek voor technisch onderzoek’ voor het eerst aangetroffen in 1711 [1]
- afgeleid van het Latijnse laborare (werken) met het achtervoegsel -orium [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | laboratorium | laboratoriums laboratoria |
verkleinwoord | laboratoriumpje | laboratoriumpjes |
Zelfstandig naamwoord
laboratorium o
- ruimte voor wetenschappelijk onderzoek
Hyponiemen
|
|
|
|
Afgeleide begrippen
|
|
|
|
Vertalingen
1. ruimte voor wetenschappelijk onderzoek
Gangbaarheid
- Het woord laboratorium staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'laboratorium' herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.