kwijtraken
Nederlands
Woordafbreking
- kwijt·ra·ken
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van kwijt en raken
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
kwijtraken |
raakte kwijt |
kwijtgeraakt |
zwak -t | volledig |
Werkwoord
kwijtraken
- ergatief verloren gaan / verliezen
- Als je het niet opbergt, raakt het vast kwijt.
- Daarom schrijf ik dit. Voordat we elkaar helemaal kwijtraken en veranderen in iets wat we nooit waren, alsof alles wat ons met elkaar verbond niet meer bestaat. [1]
- ergatief niet meer weten waar iets is
- Ik ben m'n paspoort kwijtgeraakt.
Opmerkingen
- Hoewel het werkwoord ergatief is en met zijn vervoegd wordt, regeert het een voorwerp, dat echter eerder als oorzakelijk dan als lijdend gezien moet worden. Een omzetting naar een lijdende vorm is niet mogelijk.
Vertalingen
2. niet meer weten waar iets is
Gangbaarheid
- Het woord kwijtraken staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'kwijtraken' herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.