kummel

Nederlands
Uitspraak
  • Geluid:  kummel    (hulp, bestand)
  • IPA: / ˈkʏməl /
Woordafbreking
  • kum·mel
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Duits, in de betekenis van ‘likeur’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1912 [1] [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord kummel kummellen
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

kummel m [3]

  1. (plantkunde) (voeding) (medisch) (kruid) Carum carvi karwij
  2. (drinken) uit karwij, komijn en venkel bereide likeur
Verwante begrippen
  • Romeinse komijn, echte karwij, karwijzaad, wilde komijn
Vertalingen
    1.   

Gangbaarheid
  • Het woord kummel staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
50 %van de Nederlanders;
35 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen
  1. "kummel" in: Sijs, N. van der Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen. 2e druk (2002) Veen, Amsterdam / Antwerpen; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
  2. kummel op website: Etymologiebank.nl
  3. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).

Zweeds
Uitspraak
  • Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?

Zelfstandig naamwoord

kummel

  1. (vissen) heek

Meer informatie
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.