karwij

Nederlands

Niet te verwarren met: karwei
Carum carvi
Uitspraak
Woordafbreking
  • kar·wij
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Frans of Latijn, in de betekenis van ‘specerijplant’ voor het eerst aangetroffen in 1351 [1]
  • [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord karwij karwijen
verkleinwoord karwijtje karwijtjes

Zelfstandig naamwoord

karwij v / m [3]

  1. (plantkunde), (kruid), (specerij), (voeding) Carum carvi schermbloemige plant en keukenkruid bestaande uit het aromatische zaad hiervan dat sterker, scherper en minder bitter van smaak is dan komijnzaad
Synoniemen
  • echte karwij, kummel, Romeinse komijn, wilde komijn
Hyponiemen
  • kranskarwij
Afgeleide begrippen
  • karwijzaad, karwijzaadolie
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord karwij staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
60 %van de Nederlanders;
65 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.