kringloop
Nederlands
Woordafbreking
- kring·loop
Woordherkomst en -opbouw
- In de betekenis van ‘recycling’ voor het eerst aangetroffen in 1973 [1]
- samenstelling van kring en loop [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | kringloop | kringlopen |
verkleinwoord | kringloopje | kringloopjes |
Zelfstandig naamwoord
kringloop m
- proces met periodiek terugkerende stadia
Hyponiemen
Gangbaarheid
- Het woord kringloop staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'kringloop' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.