krijgen
Nederlands
Woordafbreking
- krij·gen
Woordherkomst en -opbouw
- In de betekenis van ‘verwerven’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1265 [1]
- Uit Middelnederlands crīghen ‘zich begeven naar; zich inspannen, streven; twisten, strijden; oorlog voeren’, ontwikkeld uit Oergermaans *krīgan-. Men vergelijkt Oudiers bríg ‘kracht, macht’ en Oudgrieks hýbris (ὕβρις) ‘overmoed’, die men terugvoert op de Indo-Europese wortel *gʷrih₂-.[2] Evenals Nederduits kriegen en Fries krije.
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
krijgen /'krɛɪ.ɣə(n)/ |
kreeg /'krex/ |
gekregen /ɣə'kre.ɣə(n)/ |
klasse 1 | volledig |
Werkwoord
krijgen
- overgankelijk verwerven, ontvangen
- Hij krijgt een boek.
- overgankelijk een ziekte oplopen
- Vlak voor het examen kreeg hij griep.
- hulpwerkwoord maakt met behulp van een meewerkend voorwerp een pseudo-passieve constructie
- Zij reikten een prijs uit aan de artiest. Hij kreeg een prijs uitgereikt.
Opmerkingen
- Hoewel het werkwoord een lijdend voorwerp draagt, ontbreken lijdende vormen geheel. Voor een lijdende constructie wordt meestal verkrijgen gebruikt.
Hyponiemen
|
Uitdrukkingen en gezegden
|
Vertalingen
1. verwerven, ontvangen
een taal onder de knie krijgen
|
pech krijgen
|
steun krijgen
|
Gangbaarheid
- Het woord krijgen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'krijgen' herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen. |
Verwijzingen
- "krijgen" in: Sijs, N. van der Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen. 2e druk (2002) Veen, Amsterdam / Antwerpen; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- Guus Kroonen, Etymological Dictionary of Proto-Germanic, Leiden: Brill, 2013, blz. 304–305.
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.