krielkip
Nederlands
Woordafbreking
- kriel·kip
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van kriel ww en kip
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | krielkip | krielkippen |
verkleinwoord | krielkipje, krielkippetje | krielkipjes, krielkippetjes |
Zelfstandig naamwoord
krielkip v
- (vogels) een klein soort kip, dwerghoender
- In die ren zitten enkel krielkippen.
- (scheldwoord) een klein persoon
- Kleine mensen vinden het niet leuk om "krielkip" genoemd te worden.
Gangbaarheid
- Het woord krielkip staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'krielkip' herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
81 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.