kriek

Prunus cerasus

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • kriek
Woordherkomst en -opbouw
  • In de betekenis van ‘kers’ voor het eerst aangetroffen in 1351 [1] [2] [3] [4] [5]
enkelvoud meervoud
naamwoord kriek krieken
verkleinwoord kriekje kriekjes

Zelfstandig naamwoord

kriek v / m [6] [7] [8] [9] [10]

  1. (voeding) (fruit) (ten Noorden van de Moerdijk:) laatrijpe, bijna zwarte, zeer zoete kers met grote pit
  2. (voeding) (fruit) Prunus cerasus zure kers of morel
  3. (drinken) uit België afkomstig bier, gewoonlijk op basis van lambiek of geuze, waaraan het sap van zure kersen is toegevoegd
Verwante begrippen
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Werkwoord

vervoeging van
krieken

kriek

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van krieken
    • Ik kriek. 
  2. gebiedende wijs van krieken
    • Kriek! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van krieken
    • Kriek je? 

Gangbaarheid

  • Het woord kriek staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
93 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.