kou

Nederlands

Uitspraak

Geluid: kou (hulp, bestand)
IPA: / kɑu /, /kɑu̯/

Woordafbreking

kou

Woordherkomst en -opbouw

[1]

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	kou	-
verkleinwoord	koutje	koutjes

Zelfstandig naamwoord

kou v

lage temperatuur
een virusinfectie aan keel of neus

Synoniemen

[1] koude
[2] verkoudheid

Hyponiemen

ijskou, vrieskou

Afgeleide begrippen

koubenen, koublekken, koubulten, koufront, kougolf, koukleumen, kouvatten

Vertalingen

1. lage temperatuur

Duits: Kälte ^(de) v
Engels: cold ^(en)

2. een virusinfectie aan keel of neus

Duits: Erkältung ^(de) v
Engels: cold ^(en)

Noors: forkjølelse ^(no) m
Nynorsk: forkjølelse ⁽ⁿⁿ⁾ m

Gangbaarheid

Het woord kou staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'kou' herkend door:

99 %	van de Nederlanders;
97 %	van de Vlamingen.

Meer informatie

Zie Wikipedia voor meer informatie.

Verwijzingen

kou op website: Etymologiebank.nl

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.