kouvatten
Nederlands
Woordafbreking
- kou·vat·ten
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van kou en vatten
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
kouvatten |
vatte kou |
kougevat |
zwak -t | volledig |
Werkwoord
kouvatten
- inergatief (medisch) een infectie met het verkoudheidsvirus oplopen
- Hij had flink kougevat en liep vreselijk te niesen.
Werkwoord
vervoeging van |
---|
kouvatten |
kouvatten
- (in een bijzin) meervoud verleden tijd van kouvatten
- ...dat wij kouvatten.
- ...dat jullie kouvatten.
- ...dat zij kouvatten.
- ...dat wij kouvatten.
Gangbaarheid
- Het woord kouvatten staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'kouvatten' herkend door:
92 % | van de Nederlanders; |
76 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.