kolenschop
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: kolenschop (hulp, bestand)
- IPA:
- (Noord-Nederland): /ˈkolə(n)ˌsχɔp/
- (Vlaanderen, Brabant): /ˈkolə(n)ˌsxɔp/
Woordafbreking
- ko·len·schop
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van kolen en schop
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | kolenschop | kolenschoppen |
verkleinwoord | kolenschopje | kolenschopjes |
Zelfstandig naamwoord
kolenschop v/m
- een schep om kolen mee te scheppen
- Tegenwoordig zijn er nog maar weinig mensen die weten hoe een kolenschop er uitziet.
- Hij heeft handen als kolenschoppen.
Vertalingen
1. een schep om kolen mee te scheppen
Gangbaarheid
- Het woord kolenschop staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.