kokos
Nederlands
Uitspraak
Zelfstandig naamwoord
kokos o
- (stofnaam) de eetbare substantie in het binnenste deel van de kokosnoot
- Misschien is het wel lekker om hier wat kokos door te doen.
Afgeleide begrippen
- kokosboom, kokosbrood, kokosgaren, kokoskoek, kokosmakron, kokosmakroon, kokosmat, kokosmelk, kokosnoot, kokosnotenboom, kokosolie, kokospalm, kokossuiker, kokosvezel, kokosvlees
Gangbaarheid
- Het woord kokos staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'kokos' herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
94 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.