kokosvlees
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: kokosvlees (hulp, bestand)
- IPA:
- (Noord-Nederland): /ˈko.kɔsˌvles/
- (Vlaanderen, Brabant): /ˈko.kɔsˌvles/
Woordafbreking
- ko·kos·vlees
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van kokos en vlees
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | kokosvlees | - |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
kokosvlees o
- Als ik een kokosnoot koop, eet ik 't kokosvlees meestal meteen helemaal op.
Verwante begrippen
- kokosboom, kokosbrood, kokosgaren, kokosmat, kokosmelk, kokosnoot, kokosnotenboom, kokosolie, kokospalm, kokossuiker, kokossuiker, kokosvezel
Gangbaarheid
- Het woord kokosvlees staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.