klokhuis

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • klok·huis
Woordherkomst en -opbouw
  • In de betekenis van ‘zaadhuisje van appels en peren’ voor het eerst aangetroffen in 1500 [1]
  • samenstelling van  klok   en  huis   [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord klokhuis klokhuizen
verkleinwoord klokhuisje klokhuisjes

Zelfstandig naamwoord

klokhuis o

  1. binnenste van een vrucht
    • In het klokhuis van een appel bevinden zich de pitten. 
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord klokhuis staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.