klokhuis
Nederlands
Woordafbreking
- klok·huis
Woordherkomst en -opbouw
- In de betekenis van ‘zaadhuisje van appels en peren’ voor het eerst aangetroffen in 1500 [1]
- samenstelling van klok en huis [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | klokhuis | klokhuizen |
verkleinwoord | klokhuisje | klokhuisjes |
Zelfstandig naamwoord
klokhuis o
- binnenste van een vrucht
- In het klokhuis van een appel bevinden zich de pitten.
Vertalingen
1. binnenste van een vrucht
Gangbaarheid
- Het woord klokhuis staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'klokhuis' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.