klaslokaal
Klaslokaal voor aardrijkskundeles
Nederlands
Woordafbreking
- klas·lo·kaal
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van klas en lokaal
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | klaslokaal | klaslokalen |
verkleinwoord | klaslokaaltje | klaslokaaltjes |
Zelfstandig naamwoord
klaslokaal o
- (onderwijs) een ruimte in een school voor het geven van les aan scholieren
- Na schooltijd werd het klaslokaal gebruikt voor het geven van bijlessen.
Vertalingen
1. een ruimte in een school voor het geven van les aan scholieren
Gangbaarheid
- Het woord klaslokaal staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'klaslokaal' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.