kiwi
![](../I/m/Kiwi_(Actinidia_chinensis)_1_Luc_Viatour.jpg)
[1] Kiwi's.
Nederlands
Woordafbreking
- ki·wi
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Engels, in de betekenis van ‘loopvogel’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1863 [1]
- Leenwoord uit het Engels, in de betekenis van ‘vrucht’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1977 [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | kiwi | kiwi's |
verkleinwoord | kiwietje | kiwietjes |
Zelfstandig naamwoord
kiwi m
Vertalingen
1. vrucht
2. loopvogel
Gangbaarheid
- Het woord kiwi staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'kiwi' herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen. |
Engels
Uitspraak
- Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
- IPA: /ˈkiːwiː/
Woordafbreking
- ki·wi
Italiaans
Uitspraak
- Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
- IPA: /ˈkiwi/, /ˈkivi/
Woordafbreking
- ki·wi
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.