keuren

Nederlands

naamwoord van handeling
zelfstandig bijvoeglijk
keurenkeurend
keuringgekeurd
Uitspraak
Woordafbreking
  • keu·ren
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
keuren
keurde
gekeurd
zwak -d volledig

Werkwoord

keuren

  1. overgankelijk zich een oordeel vormen over de waarde of deugdelijkheid van iets
    • Zij werden eerst gekeurd voordat zij werden toegelaten. 
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Zelfstandig naamwoord

keuren mv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord keur

Gangbaarheid

  • Het woord keuren staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.