herkeuren
Nederlands
Woordafbreking
- her·keu·ren
Werkwoord
herkeuren [1]
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
herkeuren |
herkeurde |
herkeurd |
zwak -d | volledig |
- opnieuw testen
- opnieuw toetsen of iemand nog in aanmerking komt voor een arbeidsongeschiktheidsuitkering
- De VVD wil nu mensen die arbeidsongeschikt zijn periodiek laten herkeuren.[2]
- De achterstanden leiden ertoe dat iemand die na bijvoorbeeld een rugoperatie weer aan het werk wil, onnodig in een uitkering blijft omdat er niet genoeg verzekeringsartsen zijn om hem te herkeuren. 'Of iemand die echt niet kan werken blijft in onzekerheid en ondervindt bovendien financieel nadeel omdat arbeidsongeschikten een iets hogere uitkering krijgen als ze definitief zijn afgekeurd.' [3]
Synoniemen
- overkeuren, heronderzoeken
Gangbaarheid
- Het woord herkeuren staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'herkeuren' herkend door:
98 % | van de Nederlanders; |
92 % | van de Vlamingen. |
Verwijzingen
- Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- NRC Roos Menkhorst 20 augustus 2015
- Volkskrant Jonathan Witteman 20 januari 2017
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.