kerkelijk
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: kerkelijk (hulp, bestand)
- IPA:
- (Noord-Nederland): /ˈkɛr.kə.lək/
- (Vlaanderen, Brabant): /ˈkɛr.kə.lək/
Woordafbreking
- ker·ke·lijk
Woordherkomst en -opbouw
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | kerkelijk | kerkelijker | kerkelijkst |
verbogen | kerkelijke | kerkelijkere | kerkelijkste |
partitief | kerkelijks | kerkelijkers | - |
Afgeleide begrippen
- kerkelijkheid, ontkerkelijking
Vertalingen
1. verband hebbend met de kerk
Gangbaarheid
- Het woord kerkelijk staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'kerkelijk' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.