katheter
Nederlands
Woordafbreking
- ka·the·ter
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | katheter | katheters |
verkleinwoord | kathetertje | kathetertjes |
Zelfstandig naamwoord
katheter m
- (medisch) een buisje dat tijdelijk in een lichaamsholte wordt aangebracht, bijv. om lichaamsvocht op te vangen of een medicijn toe te dienen
- De katheter werd verwijderd.
Afgeleide begrippen
- katheterisatie, katheteriseren
Vertalingen
1. een buisje dat tijdelijk in een lichaamsholte wordt aangebracht, bijv. om lichaamsvocht op te vangen of een medicijn toe te dienen
Gangbaarheid
- Het woord katheter staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'katheter' herkend door:
96 % | van de Nederlanders; |
86 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.