kalenderjaar
Nederlands
Woordafbreking
- ka·len·der·jaar
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van kalender en jaar
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | kalenderjaar | kalenderjaren |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
kalenderjaar o
- een periode van een jaar, beginnend op 1 januari van een gegeven jaar en eindigend op 31 december van hetzelfde jaar
- Ieder kalenderjaar wijzigen de voorwaarden voor de subsidie.
Vertalingen
1. een periode van een jaar, beginnend op 1 januari en eindigend op 31 december
Gangbaarheid
- Het woord kalenderjaar staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.