kaffi

IJslands
Uitspraak
  • Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
  • IPA: / kɑfi/
Woordafbreking
  • kaf·fi
Woordherkomst en -opbouw
  • Afkomstig van het Arabische zelfstandige naamwoord "qahwa" (= koffie, wijn)
[A] enkelvoud meervoud
onbepaald bepaald onbepaald bepaald
nominatief   kaffi     kaffið     -     -  
genitief   kaffis     kaffisins     -     -  
datief   kaffi     kaffinu     -     -  
accusatief   kaffi     kaffið     -     -  

Zelfstandig naamwoord
  • [A] geen meervoud

kaffi, o

  1. (plantkunde) Coffea arabica , koffie, koffieplant


[B] enkelvoud meervoud
onbepaald bepaald onbepaald bepaald
nominatief   kaffi     kaffið          
genitief   kaffis     kaffisins          
datief   kaffi     kaffinu          
accusatief   kaffi     kaffið          

Zelfstandig naamwoord
  • [B] enkelvoud en meervoud

kaffi, o

  1. (fruit) koffieboon
  2. koffie (gebrande koffieboon)
  3. (drinken) koffie (drank van gebrande koffiebonen)
  4. koffie-uur
Verwante begrippen


Nynorsk
Uitspraak
  • Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
  • IPA: / ˈkɑfi /
Woordafbreking
  • kaf·fi
Woordherkomst en -opbouw
  • Afkomstig van het Arabische zelfstandige naamwoord "qahwa" (= koffie, wijn)
  enkelvoud meervoud
onbepaald bepaald onbepaald bepaald
nominatief   kaffi     kaffien     kaffiar     kaffiane  

Zelfstandig naamwoord

kaffi, m

  1. koffie
Opmerkingen
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.