kaf
Nederlands
Woordafbreking
- kaf
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Jiddisch, in de betekenis van ‘Bargoens: twintig’ voor het eerst aangetroffen in 1860 [1]
- [2, 3] Herkomst: Hebreeuws [2]
[1] | enkelvoud | meervoud |
---|---|---|
naamwoord | kaf | - |
verkleinwoord | kafje | kafjes |
[2, 3] | enkelvoud | meervoud |
---|---|---|
naamwoord | kaf | kafs |
verkleinwoord | kafje | kafjes |
Zelfstandig naamwoord
kaf
- o (voeding) de vliezen rondom de graankorrels
- v/m (Jiddisch-Hebreeuws) elfde letter van het alfabet
- v/m (Jiddisch-Hebreeuws) getal twintig
Vertalingen
1. de vliezen rondom de graankorrels
Gangbaarheid
- Het woord kaf staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'kaf' herkend door:
94 % | van de Nederlanders; |
90 % | van de Vlamingen. |
Verwijzingen
- "kaf" in: Sijs, N. van der Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen. 2e druk (2002) Veen, Amsterdam / Antwerpen; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- Stichting Hebreeuwse en Jiddisje woorden in het Nederlands
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.