kaassoufflé
[1] Twee kaassoufflés.
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: kaassoufflé (hulp, bestand)
- IPA:
- (Noord-Nederland): /ˈkasufle/
- (Vlaanderen, Brabant, Limburg): /ˈkasufle/
Woordafbreking
- kaas·souf·flé
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van kaas en soufflé
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | kaassoufflé | kaassoufflés |
verkleinwoord | kaassouffleetje | kaassouffleetjes |
Zelfstandig naamwoord
kaassoufflé m
- Omdat hij geen frikandellen lustte nam hij meestal een kaassoufflé.
- (voeding) ovenschotel met stijfgeslagen eiwitten en kaas
Vertalingen
1. een gefrituurde snack van een stuk kaas met daaromheen bladerdeeg en paneermeel
Gangbaarheid
- Het woord kaassoufflé staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.