soufflé
Nederlands
Woordafbreking
- souf·flé
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘gerecht met geklopt eiwit’ voor het eerst aangetroffen in 1863 [1]
- van het Franse 'soufflé'
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | soufflé | soufflés |
verkleinwoord | souffleetje | souffleetjes |
Zelfstandig naamwoord
soufflé m
Gangbaarheid
- Het woord soufflé staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'soufflé' herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
95 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.