juriste

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  juriste    (hulp, bestand)
  • IPA: /jyˈrɪstə/
Woordafbreking
  • ju·ris·te
Woordherkomst en -opbouw
  • afgeleid van jurist met het achtervoegsel -e
enkelvoud meervoud
naamwoord juriste juristes
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

juriste v

  1. (beroep) vrouwelijke deskundige op het gebied van recht
    • In een kort geding eist Amerikaans juriste Chaka Laguerre een schadevergoeding en een publieke verontschuldiging voor het optreden van de politie tijdens en na haar aanhouding eind januari. [1]

Gangbaarheid

  • Het woord juriste staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen

Frans

H.Daumier: Deux avocats
Uitspraak
enkelvoud meervoud
zonder lidwoord met lidwoord zonder lidwoord met lidwoord
  juriste     le/la juriste     juristes     les juristes  

Zelfstandig naamwoord

juriste m/v

  1. (juridisch): jurist, rechtsgeleerde
Synoniemen
Verwante begrippen
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.