jijen
Nederlands
Woordafbreking
- jij·en
Woordherkomst en -opbouw
- Afgeleid van jij.
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
jijen |
jijde |
gejijd |
zwak -d | volledig |
Werkwoord
jijen
- Ik wind me op over presentatoren die maar jijen en jouen.
Vertalingen
1. iemand aanspreken met jij en jou in plaats van met u
Gangbaarheid
- Het woord jijen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'jijen' herkend door:
48 % | van de Nederlanders; |
30 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.