jaloersheid
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: jaloersheid (hulp, bestand)
- IPA:
- (Nederland): /jɑˈluːrshɛɪt/
- (Vlaanderen): /jɑˈluːrshɛːt/
Woordafbreking
- ja·loers·heid
Zelfstandig naamwoord
jaloersheid v
- een wrok die iemand koestert omdat men een ander niet gunt wat men zelf begeert
- Zijn jaloersheid is spreekwoordelijk.
Vertalingen
1. een wrok die iemand koestert omdat men een ander niet gunt wat men zelf begeert
Gangbaarheid
- Het woord jaloersheid staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'jaloersheid' herkend door:
95 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen. |
Papiamento
Woordherkomst en -opbouw
- Van het Nederlandse jaloersheid.
enkelvoud of impliciet meervoud |
expliciet meervoud |
---|---|
jaloersheid | - |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.