isotoop
Nederlands
Woordafbreking
- iso·toop
Woordherkomst en -opbouw
- In de betekenis van ‘elke vorm van eenzelfde element met verschillende atoomkern’ voor het eerst aangetroffen in 1950 [1]
- met het voorvoegsel iso- en met het achtervoegsel -toop [2]
- (met 'toop' wordt aangeduid dat verschillende isotopen van een element dezelfde plaats innemen in het periodiek systeem)
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | isotoop | isotopen |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
isotoop m
- (natuurkunde), (scheikunde) ieder van de twee of meer mogelijke vormen van een chemisch element die worden gekenmerkt door verschillende atoommassa's
Hyponiemen
Vertalingen
1.
Gangbaarheid
- Het woord isotoop staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'isotoop' herkend door:
96 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.