introducé
Nederlands
Woordafbreking
- in·tro·du·cé
Woordherkomst en -opbouw
- In de betekenis van ‘geïntroduceerde’ voor het eerst aangetroffen in 1912 [1]
- pseudo-Frans
- afgeleid van het Latijnse 'dūcere' (leiden) met het voorvoegsel intro- [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | introducé | introducés |
verkleinwoord | introduceetje | introduceetjes |
Zelfstandig naamwoord
introducé m
- mannelijk persoon die ergens geïntroduceerd (ingeleid) wordt
- Hij is geen lid van de club maar hij kan vanavond wel met me mee als introducé.
Schrijfwijzen
- Zie voor de vrouwelijke vorm: introducee.
- Bij woordafbreking voor de laatste lettergreep worden de verkleinvormen met het accentteken toegepast: "introducé-tje" en "introducé-tjes".
Afgeleide begrippen
Vertalingen
Gangbaarheid
- Het woord introducé staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'introducé' herkend door:
97 % | van de Nederlanders; |
51 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.