interpreteren
Nederlands
Woordafbreking
- in·ter·pre·te·ren
Woordherkomst en -opbouw
- afgeleid van het Franse interpréter (met het voorvoegsel inter- en met het achtervoegsel -eren) [1] [2]
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
interpreteren |
interpreteerde |
geïnterpreteerd |
zwak -d | volledig |
Werkwoord
interpreteren [3]
- In het orakel interpreteerden de priesters de kreten en klanken van de gedrogeerde vrouw.
- De partij interpreteerde de positieve stembusuitslag als rechtvaardiging van haar conservatieve beleid.
- vertolken
Hyponiemen
- herinterpreteren, re-interpreteren
Afgeleide begrippen
- interpretatie, interpretabel, interpretator, interpretatrice, interpreteerbaar, interpretering, re-interpretatie
Vertalingen
Gangbaarheid
- Het woord interpreteren staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'interpreteren' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.