imaginair

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ima·gi·nair
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘denkbeeldig’ voor het eerst aangetroffen in 1637 [1]
  • afgeleid van het Franse imaginaire of daarvoor van het Latijnse 'imāgō' (beeld) met het achtervoegsel -air [2]
stellendvergrotendovertreffend
onverbogen imaginairimaginairderimaginairst
verbogen imaginaireimaginairdereimaginairste
partitief imaginairsimaginairders-

Bijvoeglijk naamwoord

imaginair [3]

  1. denkbeeldig
Synoniemen
Antoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord imaginair staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
94 %van de Nederlanders;
97 %van de Vlamingen.

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.