denkbeeldig
Nederlands
Woordafbreking
- denk·beel·dig
Woordherkomst en -opbouw
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | denkbeeldig | denkbeeldiger | denkbeeldigst |
verbogen | denkbeeldige | denkbeeldigere | denkbeeldigste |
partitief | denkbeeldigs | denkbeeldigers | - |
Bijvoeglijk naamwoord
denkbeeldig
- alleen als denkbeeld bestaand, slechts in iemands gedachtenwereld aanwezig
- - Een denkbeeldig gevaar.
- - Omdat de Russen waren thuisgebleven, voerden de Nederlandse regering gisteren bij het Zeerechttribunaal over de Arctic Sunrise in Hamburg een ‘schaduwgevecht’. Er was geen dialoog. De drie juristen uit Nederland probeerden daarom een denkbeeldig verweer van de Russische regering te weerleggen, zonder dat ze daadwerkelijk werden weersproken, laat staan in discussie konden gaan met de tegenpartij.[1]
Afgeleide begrippen
- denkbeeldigheid
Uitdrukkingen en gezegden
- dat is niet denkbeeldig
dat is mogelijk
Gangbaarheid
- Het woord denkbeeldig staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'denkbeeldig' herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen. |
Verwijzingen
- NRC Hubert Smeets 7 november 2013
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.