hoorbaar

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • hoor·baar
Woordherkomst en -opbouw
  • Afgeleid van de stam van horen met het achtervoegsel -baar.
stellendvergrotendovertreffend
onverbogen hoorbaarhoorbaarderhoorbaarst
verbogen hoorbarehoorbaarderehoorbaarste
partitief hoorbaarshoorbaarders-

Bijvoeglijk naamwoord

hoorbaar

  1. dat wat gehoord kan worden
Antoniemen
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord hoorbaar staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.