hoorapparaat

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • hoor·ap·pa·raat
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord hoorapparaat hoorapparaten
verkleinwoord hoorapparaatje hoorapparaatjes

Zelfstandig naamwoord

hoorapparaat o

  1. toestel voor slechthorenden om het gehoor te versterken
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord hoorapparaat staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
93 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.

Meer informatie

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.