hooikoorts
Nederlands
Woordafbreking
- hooi·koorts
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van hooi en koorts [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | hooikoorts | - |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
hooikoorts v / m [2]
- (medisch) allergische ontsteking (rinitis) van de slijmvliezen veroorzaakt door stuifmeel (pollen) van planten, vaak grassen of boomsoorten
- Steeds meer Belgen lijden aan hooikoorts.[3]
Afgeleide begrippen
- hooikoortsseizoen
Vertalingen
1.
Gangbaarheid
- Het woord hooikoorts staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'hooikoorts' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen. |
Verwijzingen
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.