hondenweer
Nederlands
Woordafbreking
- hon·den·weer
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van hond en weer met het invoegsel -en-
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | hondenweer | - |
verkleinwoord | hondenweertje | - |
Zelfstandig naamwoord
hondenweer o
- (meteorologie) bijzonder slecht weer
- Wat een hondenweer! Ik blijf lekker binnen vandaag!
Synoniemen
- beestenweer, dievenweer
Verwante begrippen
- Het regent pijpestelen.
Vertalingen
1.
Gangbaarheid
- Het woord hondenweer staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'hondenweer' herkend door:
98 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.