hippie
Nederlands
Woordafbreking
- hip·pie
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Engels, in de betekenis van ‘jong, non-conformistisch persoon’ voor het eerst aangetroffen in 1968 [1]
- van het Amerikaans-Engelse hippy [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | hippie | hippies |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
hippie v / m [3]
- softe apolitieke persoon (oorspronkelijk uit de jaren zestig van de twintigste eeuw) die zich door zijn non-conformistische gedrag en vredelievende levenswijze afzette tegen toenmalige maatschappelijke opvattingen
- hippies hielden van lang haar, kralen en bloemen
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
- hippie-ideaal, hippieachtig, hippiedom, hippiegeneratie, hippiekleding, hippiekleren
Vertalingen
1.
Gangbaarheid
- Het woord hippie staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'hippie' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.