hinde
Nederlands
Woordafbreking
- hin·de
Woordherkomst en -opbouw
- In de betekenis van ‘wijfje van hert’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 822 [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | hinde | hinden hindes |
verkleinwoord | hindetje | hindetjes |
Zelfstandig naamwoord
hinde v
- (zoogdieren) een vrouwelijk hert
- De hinde heeft, in tegenstelling tot het mannetjeshert, geen gewei.
Vertalingen
1. een vrouwelijk hert
|
|
Gangbaarheid
- Het woord hinde staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'hinde' herkend door:
95 % | van de Nederlanders; |
96 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.