herenakkoord
Nederlands
Woordafbreking
- he·ren·ak·koord
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van heer en akkoord met het invoegsel -en- [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | herenakkoord | herenakkoorden |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
herenakkoord o
- (juridisch) niet officieel vastgelegde overeenkomst tussen 'heren' die gebaseerd is op onderling vertrouwen en niet rechtens afdwingbaar is
- Ondanks hun tijdelijk terugtreden bleven de oprichters de dagelijkse directie over de loterij voeren. De mannen hadden een herenakkoord gesloten met de beneficiënten, die formeel overgebleven waren in het bestuur. De statuten zouden niet zonder hun stem worden gewijzigd.[2]
- Uiteindelijk bleek Leopold alleen geïnteresseerd in het sluiten van een herenakkoord dat wederzijdse concurrentie moest voorkomen. [3]
Vertalingen
1. (juridisch) niet officieel vastgelegde overeenkomst tussen 'heren' die gebaseerd is op onderling vertrouwen en niet rechtens afdwingbaar is
Gangbaarheid
- Het woord herenakkoord staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'herenakkoord' herkend door:
94 % | van de Nederlanders; |
86 % | van de Vlamingen. |
Verwijzingen
- herenakkoord op website: Etymologiebank.nl
- Holtwijk, Ineke De mannen van de droomfabriek 2015 ISBN 978-94-6003201-1 pagina 207-208
- Haasnoot, Robert Langzame wals 2015 ISBN 978-90-445-0937-3 pagina 188-189
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.