gentleman
Nederlands
Woordafbreking
- gen·tle·man
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord van Engels gentleman in de betekenis van ‘heer’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1824 [1][2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | gentleman | gentlemen |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
- man die zich gedraagt zoals het hoort voor iemand van aanzien
Verwante begrippen
Gangbaarheid
- Het woord gentleman staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'gentleman' herkend door:
96 % | van de Nederlanders; |
96 % | van de Vlamingen. |
Verwijzingen
- "gentleman" in: Sijs, N. van der Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen. 2e druk (2002) Veen, Amsterdam / Antwerpen; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- gentleman op website: Etymologiebank.nl
- Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
Engels
Woordafbreking
- gen·tle·man
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van gentle bn en man zn
enkelvoud | meervoud |
---|---|
gentleman | gentlemen |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.