herbicide

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • her·bi·ci·de
Woordherkomst en -opbouw
  • In de betekenis van ‘onkruidverdelger’ voor het eerst aangetroffen in 1961 [1]
  • afgeleid van het Latijnse herba (gras, kruid, plant) met het achtervoegsel -cide [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord herbicide herbicides
herbiciden
verkleinwoord herbicidetje herbicidetjes

Zelfstandig naamwoord

herbicide o

  1. (landbouw) (scheikunde) een middel tot het verdelgen of doden van onkruid
    • Hij gebruikte een herbicide om het onkruid tussen zijn planten te doden. 
Synoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord herbicide staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
68 %van de Nederlanders;
89 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen


Engels

enkelvoud meervoud
herbicide herbicides

Zelfstandig naamwoord

herbicide

  1. herbicide, onkruidverdelgingsmiddel.


Frans

Uitspraak
  • IPA: /ɛʁbisid/
enkelvoud meervoud
zonder lidwoord met lidwoord zonder lidwoord met lidwoord
  herbicide     l'herbicide     herbicides     les herbicides  

Zelfstandig naamwoord

herbicide m

  1. herbicide, onkruidverdelgingsmiddel.
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.