herbicide
Nederlands
Woordafbreking
- her·bi·ci·de
Woordherkomst en -opbouw
- In de betekenis van ‘onkruidverdelger’ voor het eerst aangetroffen in 1961 [1]
- afgeleid van het Latijnse herba (gras, kruid, plant) met het achtervoegsel -cide [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | herbicide | herbicides herbiciden |
verkleinwoord | herbicidetje | herbicidetjes |
Zelfstandig naamwoord
herbicide o
- (landbouw) (scheikunde) een middel tot het verdelgen of doden van onkruid
- Hij gebruikte een herbicide om het onkruid tussen zijn planten te doden.
Gangbaarheid
- Het woord herbicide staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'herbicide' herkend door:
68 % | van de Nederlanders; |
89 % | van de Vlamingen. |
Frans
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.