hebzucht

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • heb·zucht
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord hebzucht -
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

hebzucht v/m

  1. een overdreven begeerte naar materieel gewin
    • Hun hebzucht is vaak wat uiteindelijk dictators ten val brengt. 
    • Wouter Bos: «De hele crisis betekent de definitieve teloorgang van een systeem dat is gebaseerd op hebzucht, onverantwoorde risico's en perverse beloningen» 
Verwante begrippen
Afgeleide begrippen
Uitdrukkingen en gezegden
  • Gierigheid ( of hebzucht) is de wortel van alle kwaad
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord hebzucht staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.