pervers
Nederlands
Woordafbreking
- per·vers
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘verdorven’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1553 [1]
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | pervers | perverser | perverst |
verbogen | perverse | perversere | perverste |
partitief | pervers | perversers | - |
Bijvoeglijk naamwoord
pervers
- de huidige crisis wordt door velen geweten aan perverse prikkels inherent aan het toegepaste beloningssysteem van het topmanagement
- In feite is dit misschien een pervers gevolg van de aankondiging van de wapenstilstand. Ze hadden zo veel te verduren gehad dat ze bij de gedachte dat de oorlog zo zou eindigen, met zo veel maten dood en zo veel vijanden in leven, bijna niet konden wachten om een bloedbad aan te richten en er eens en voor al een eind aan te maken. Ze zouden iedereen afslachten. [2]
Vertalingen
Gangbaarheid
- Het woord pervers staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'pervers' herkend door:
98 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen. |
Verwijzingen
- "pervers" in: Sijs, N. van der Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen. 2e druk (2002) Veen, Amsterdam / Antwerpen; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- Lemaitre, Pierre "Tot ziens daarboven" 2014 ISBN 9789401601931 pagina 18
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.