harten
Nederlands
Woordafbreking
- har·ten
Woordherkomst en -opbouw
- In de betekenis van ‘kleur in kaartspel’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1612 [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | harten | hartens |
verkleinwoord | hartentje | hartentjes |
Zelfstandig naamwoord
harten v/m
- (kaartspel) een kleursoort in het kaartspel
- Ik had maar een paar kleine hartentjes voor je, partner; daarom heb ik gepast.
Afgeleide begrippen
- hartenaas, hartenjagen
Gangbaarheid
- Het woord harten staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'harten' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.