harmonisch
Nederlands
Woordafbreking
- har·mo·nisch
Woordherkomst en -opbouw
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | harmonisch | harmonischer | |
verbogen | harmonische | harmonischere | |
partitief | harmonisch | harmonischers | - |
Bijvoeglijk naamwoord
harmonisch
- harmonieus
- welluidend
- (wiskunde) volgens een bepaalde wiskundige reeks
- (muziek) waarin de verhouding van de lengte van een trillende snaar de wiskundige principes volgt van prime (1/1), octaaf (1/2), dubbeloctaaf (1/3) etc, en waar de onderverdeling van een snaar in 1/1 (prime), 1/2(octaaf), 1/3 (kwint), 1/4(kwart), 1/5 (terts) etc. de wiskundige reeks volgen
- (natuurkunde) (elektrotechniek) met een sinusvormige frequentie
- om iets van het begrip harmonisch te begrijpen moeten we beginnen bij Pythagoras, sprak meester Valentijn
Antoniemen
- onharmonisch
Hyponiemen
- bovenharmonisch, disharmonisch, niet-harmonisch, subharmonisch
Verwante begrippen
- getallenleer, Fourier-analyse, boventoon, harmonische boventoonreeks, harmoniciteit, inharmoniciteit
Gangbaarheid
- Het woord harmonisch staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'harmonisch' herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.